Tijdens de ontwerpfase van de Blankenburgverbinding stond BAAK voor een lastig vraagstuk, het ontwerpen van de waterkelder voor de Maasdeltatunnel.

De brede toerit voor de tunnel vangt veel regenwater op, waardoor er een flinke waterkelder nodig is om al het water op te vangen en weg te pompen. Doordat het ontwerp van de tunnel werd aangepast, liggen de zinkelementen verder in het Scheur waardoor de waterkelder dieper aangelegd moest worden. Het bouwen van deze hele diepe waterkelder met zware pompen is niet zonder risico. Jaap Brantenaar stelde vanuit zijn rol als senior adviseur civiele techniek bij Rijkswaterstaat aan BAAK voor om een hellingkelder toe te passen, waardoor de diepe waterkelder minder groot hoefde te worden uitgevoerd.

De voordelen van de hellingkelder

Een hellingkelder is een wateropvang halverwege de helling van de toerit. Door deze halverwege in de helling van de toerit te bouwen, wordt de helft van het regenwater al opgevangen voordat het de tunnel bereikt. Door deze tweede waterkelder toe te passen, hoefde de oorspronkelijke waterkelder minder groot te worden en kon deze worden uitgerust met lichtere pompen.

Dit specifieke voorbeeld geeft de samenwerking tussen Rijkswaterstaat en BAAK goed weer. Jaap Brantenaar: “Ondanks de verschillende rollen als opdrachtgever en opdrachtnemer blijft het belangrijk om goed met elkaar in gesprek te blijven en gebruik te maken van elkaars kennis en expertise.”  BAAK was zo enthousiast over deze suggestie, dat zij deze toegepast hebben in hun ontwerp en de hellingkelder vernoemt hebben naar Jaap.

Woensdag 15 mei werd de plaquette in de kelder onthult. De inmiddels gepensioneerde Jaap (met maar liefst 43,5 dienstjaren bij Rijkswaterstaat) werd hiervoor uitgenodigd. Na afloop gingen wij nog kort met hem in gesprek. Dit interview is hieronder te bekijken.

(Om deze video op onze website te bekijken, dient u de cookies van derden te accepteren of klik hier om de video op YouTube te bekijken.)